prev -index- next Computer Info - jaargang 3, nummer 11, 1994
A3aan van Roeden

De wereld on-line

Het Internet maakt furore. In deze nieuwe rubriek zal Computer Info u vanaf deze maand op de hoogte gaan houden van de ontwikkelingen op Internet-gebied. We beginnen met een kick-off artikel over het Internet en een overzicht van Internet-providers in Nederland.

De Internet rubriek

Ongetwijfeld zult u de term 'Internet' ondertussen wel eens hebben gehoord, al was het maar omdat de VPRO hier de hele maand september aan heeft gewijd. Maar niet alleen de VPRO, ook diverse dagbladen en tijdschriften besteden de laatste tijd steeds meer aandacht aan 'het net'; sommige tijdschriften (Wave, Wired, Net) zijn hierin zelfs gespecialiseerd - je zou haast kunnen spreken van een heuse hype. Een van de gevolgen hiervan is dat steeds meer mensen geinteresseerd raken en (vaak halsoverkop) een aansluiting nemen, om toch vooral maar niets te missen van al dit moois. Bij de stichting NLnet, een van de leveranciers (providers) van Internet-aansluitingen, groeit het aantal gebruikers en de hoeveelheid werk dan ook explosief, en ook de andere providers maken drukke tijden mee. Het is dus duidelijk dat er een groeiende behoefte aan informatie ontstaat over het Internet en zijn mogelijkheden.

Vanaf deze maand beginnen we dan ook met een Internet-rubriek, niet om even handig in te springen op de ontstane Internet-hype, maar omdat wij denken dat het Internet een van de interessantste ontwikkelingen op computer-gebied is van de laatste tijd. Dit keer geen hype die wel weer over zal waaien - Internet is een blijvend fenomeen en zal een drastische invloed hebben op de manier waarop we zullen leven, communiceren en werken. We zijn er zelfs van overtuigd dat we aan het begin staan van niets meer en minder dan een nieuw informatietijdperk ;-).

Wat gaan we doen

De bedoeling van de Internet-rubriek is u wegwijs te maken op het Internet, waarbij we niet al te veel zullen ingaan op allerlei technische details (daarvoor moet u bij ons zusterblad UNIX-Info zijn) maar de informatie helder en begrijpelijk zullen presenteren. We zullen laten zien hoe je een aansluiting kunt krijgen, wat de kosten zijn en welke providers er zijn. We gaan de diverse mogelijkheden van het net behandelen, en gaan kijken welke programma's en tools daarvoor nodig zijn. Veel aandacht zal worden besteed aan het vinden van interessante en leuke informatie en aan het recreatieve aspect van het Internet; (online) spelletjes, muziek, graphics, babbelboxen etc. En omdat het Internet uiteraard niet alleen maar bestaat uit kabels en computers, maar eigenlijk pas interessant wordt door het werk van de mensen 'achter de schermen', zullen we regelmatig interviews houden met zogenaamde 'net personalities'. Tenslotte houden we u natuurlijk op de hoogte van interessante boeken en de nieuwste ontwikkelingen en mogelijkheden op het Internet.

Computer Info op het Internet

De computertijdschriften Computer Info en UNIX Info hebben als eerste in Nederland, in samenwerking met Euronet, een zogenaamde WWW-server opgezet. Dit betekent dat u ons nu ook in elektronische vorm op het Internet kunt vinden. Ga met WWW naar de volgende URL:

http://www.euro.net/sala/ci.html.

Het Internet

Zoals de naam al doet vermoeden, is het Internet een netwerk van computernetwerken. Vele duizenden netwerken van bedrijven, universiteiten, overheidsinstellingen, etc. zijn op het Internet met elkaar verbonden en vormen samen één groot netwerk van netwerken - het Internet. Geschat wordt dat er op dit moment zo'n 3.500.000 netwerkcomputers en 35.000.000 mensen via het Internet met elkaar in verbinding staan. Als u nagaat dat een groot deel van de aangesloten computers informatie ter beschikking stelt, en dat u al die 35.000.000 mensen kunt benaderen (en zij u), wordt duidelijk dat we hier te maken hebben met een onuitputtelijke bron van allerlei soorten informatie- en communicatiemogelijkheden. Voordat we echter gaan kijken wat er allemaal te doen is op het net en hoe u de mogelijkheden kunt gebruiken, gaan we even terug in de tijd naar het ARPANET, de voorloper van het huidige Internet.

Het begin

Het ARPANET werd eind jaren '60 ontwikkeld door het Amerikaanse Ministerie van Defensie. De bedoeling was een netwerk te creëren dat zou voldoen aan de volgende eisen: De techniek die dit mogelijk maakt, heet packet-switching en komt erop neer dat de te versturen informatie in stukjes (packets) wordt gehakt. Elk packet krijgt een adres en een nummer en wordt via een serie computers naar de eindbestemming gestuurd. Elke computer op de route kan aan het adres zien wat de volgende computer is waar het packet heen moet. Valt één van de tussenliggende computers uit, dan wordt het packet via een andere computer op een alternatieve route naar de eindbestemming gestuurd. Daar worden de packets aan de hand van hun nummer in de goede volgorde gezet en doorgesluisd naar de applicatie of gebruiker. U ziet, er zijn wel wat overeenkomsten met de werkwijze van PTT-post.

Het ARPANET-onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met een aantal Amerikaanse universiteiten en leverde in 1970 een operationeel netwerk op, gevormd door vier aangesloten universiteiten in en rond Californië. Niet lang daarna gingen ook andere universiteiten, research- en overheidsinstellingen van het ARPANET gebruik maken. De zo ontstane groei van het netwerk maakte verbetering van de packet-switching techniek noodzakelijk en dus werd het TCP/IP-protocol ontwikkeld (1974), wat betrouwbaarder was en beschikte over ruimere adresseringsmogelijkheden (hoewel er nu zo langzamerhand de rek wel uit is). Ondertussen werden er koppelingen gemaakt met netwerken uit andere landen, werden ook niet-IP netwerken via speciale verbindingscomputers (gateways) aan het netwerk gehangen, werden er LAN's aangesloten, en begon er een netwerk van netwerken te ontstaan.

Ook bedrijven begonnen zich langzamerhand aan te sluiten, aangetrokken door de mogelijkheid van goedkope internationale communicatie en het grote aantal aangesloten gebruikers. En nu sinds de laatste jaren het Internet ook voor de `gewone man/vrouw' toegankelijk en betaalbaar is, is de groei van het Internet helemaal niet meer te stuiten. Gecombineerd met alle plannen voor `electronic superhighways' en de niet aflatende hype, is de verwachting dat er binnen een paar jaar 100.000.000 mensen op het Internet zijn aangesloten; de opmerking dat dan het Internet met al zijn aangesloten intelligentie te vergelijken is met één groot wereldomvattend `brein', ligt voor de hand...

Wie is de baas

Wie heeft het voor het zeggen op het Internet?

Eigenlijk een heleboel mensen - elk subnetwerk heeft zo zijn eigen beheerders, die verantwoordelijk zijn voor het wel en wee van hun netwerk, maar natuurlijk wel overleg voeren met andere netwerkbeheerders. Er worden bijvoorbeeld afspraken gemaakt over de naamgeving en adressen van de computers, welke computers er gebruikt worden om verbindingen te maken tussen de netwerken (de `gateway-computers'), hoe de computers elkaar opvangen in geval van storing, welk communicatieprotocol wordt gebruikt, etc.

Er zijn in de loop der tijd dan ook diverse internationale overlegorganen ontstaan die zich bezighouden met het bestuur en beheer van het Internet. Helemaal bovenaan staat het InterNIC (Network Information Center) dat zijn verantwoordelijkheden weer delegeert naar de beheerders van de subnetwerken. Het Europese Internet-gedeelte wordt bijvoorbeeld beheerd door de organisatie RIPE en het Nederlandse gedeelte wordt beheerd door SURFNET en NLnet. Het echte `brainstormen' over structuur en toekomst van het Internet wordt overgelaten aan internationale organisaties met fraaie namen als IAB, IETF en IRTF. Eigenlijk is er dus niemand echt de baas op het Internet, net zoals het Internet niet één duidelijk aanwijsbaar geheel is. Ook interessant om op te merken is dat geen politiek regime echt controlerende invloed kan uitoefenen op het Internet; fysieke grenzen bestaan immers niet en de netwerkorganisaties zijn vaak niet politiek gebonden. Censuur en/of het onthouden van informatie wordt zo dus erg moeilijk, want eenmaal aangesloten kan men overal informatie vandaan halen of deze zelf verspreiden over de wereld. Het Internet is dus vrij anarchistisch van opzet, wat dan ook duidelijk tot uiting komt in de vele soorten van informatie die er op worden aangeboden, zoals;

pornoplaatjes, bijbelse teksten, laat uw hond gehoorzamen, bouw je eigen bom, zieke grappen, overzicht van naaktstranden in Iran, etc. - vrijheid van meningsuiting is één van de fundamenten van de huidige Internet-cultuur.

Netiquette

Ondanks deze `vrijheid-blijheid' instelling, is het wel de bedoeling dat de gebruikers zich aan een aantal spelregels houden. Wilt u zich bijvoorbeeld mengen in een discussie over een bepaald onderwerp, dan wordt er wél verwacht dat u op de hoogte bent van de desbetreffende FAQ (Frequently Asked Questions), de lijst met vaak gestelde vragen en antwoorden over dat onderwerp. Dit om te voorkomen dat beginnelingen steeds maar weer dezelfde vragen stellen zoals: "TJEE, GAAF ZEG DAT INTERNET, MAAR HOE KAN IK NOU EEN PLAATJE VAN HET NET AFHALEN EN OP MIJN PC TE ZIEN KRIJGEN?"

Met wisselende gradaties van minachting zal men u wijzen op de FAQ (waar het allemaal in staat..) en misschien ook vertellen dat een zin met alleen maar hoofdletters gelijk staat aan SCHREEUWEN - niet erg subtiel dus. Ook het uitschelden van mensen en het leveren van ongefundeerde kritiek (flaming) wordt niet op prijs gesteld, evenmin als het ongevraagd ontvangen van reclame-uitingen. Bedrijven die zich hieraan schuldig maken, kunnen rekenen op vele verontwaardigde reacties en zitten uiteindelijk met het tegengestelde effect - anti-reclame - in hun maag.

Over subtiel gesproken; vaak gebruiken de `netters' in hun correspondentie zogenaamde `smileys' of `emoticons' - een paar tekens, die van opzij gezien op een gezichtje lijken. Bijvoorbeeld:
Ook Veronica wil op het Internet :-(
-- het sombere gezichtje is bedoeld om (diepe) teleurstelling uit te drukken. Hier zijn er nog een paar:
8) :-) ;-) :-O :-D {-) =|-)
etc. Ook afkortingen voor veel gebruikte uitspraken worden gebruikt: IMHO, BTW, FYI, LOL, RTFM - Hier komt u nog wel achter ;-) .

Wat is er te doen?

Dat is een beetje een probleem van het Internet - er is zoveel te doen dat u soms door de bomen het bos niet meer ziet, laat staan dat alle mogelijkheden in dit artikel kunnen worden genoemd. In grote lijnen is er echter wel een redelijk overzicht te geven van de mogelijkheden - laten we maar beginnen met de meest gebruikte. Het valt natuurlijk niet mee, om in deze onvoorstelbare hoeveelheid informatie dàt te vinden wat u zoekt. Gelukkig worden er de laatste jaren grote vorderingen gemaakt in het ontwikkelen van programma's die het zoeken en vinden van informatie steeds makkelijker maken: Regelmatig komen er nieuwe mogelijkheden beschikbaar. Vrij recent zijn:

Hoe sluit ik me aan ?

Technisch gesproken hoeft het aansluiten op het Internet niet moeilijker te zijn dan een aansluiting op een BBS. U heeft een PC met communicatiesoftware en een modem nodig en u neemt een abonnement bij een Internet-provider zoals Nlnet. U krijgt dan de beschikking over een account of login op de computer van de provider. Eenmaal aangelogd op deze computer, kunt u gebruik maken van alle Internet-faciliteiten. Enige kennis van UNIX is trouwens nooit weg, want dat is meestal het systeem waarmee u te maken krijgt als u bent aangelogd. In de praktijk hoeft u echter maar weinig UNIX-commando's te kennen en wat u moet weten, lijkt erg op MS-DOS. Als u grafisch wilt werken en/of veel informatie wilt downloaden, is een SLIP-verbinding met de provider aan te bevelen. Met wat extra software is uw computer dan in staat het IP-protocol te hanteren en kan dan rechtstreeks deel uit maken van het Internet. Met name WWW wordt zo een stuk leuker. Bestanden ophalen met FTP gaat nu ook in één keer; met een gewone login moet u ze namelijk eerst ophalen naar de computer van uw provider en dan nog een keer downloaden (bijv. met Zmodem) naar uw eigen computer. Deze laatste stap is bij een SLIP-verbinding niet meer nodig.

Wat kost het?

Dat hangt uiteraard af van hoe vaak en hoelang u bent aangelogd en hoeveel gegevens u naar uw computer toehaalt. Bij `normaal' (maar ja, wat is normaal) gebruik kunt u toch al gauw rekenen op zo'n 50 tot 100 gulden per maand aan telefoon- en abonnementskosten. Zie ook het kader met het overzicht van Internet-providers.

Meer weten?

Er zijn inmiddels tientallen boeken over het Internet verschenen. De meeste zijn echter in het Engels, vrij prijzig en van een behoorlijke omvang. Het boek `Internet - gids voor wereldwijd netwerken', waarvan een recensie in deze rubriek is opgenomen, is gelukkig in gewoon Nederlands geschreven, niet te dik en zeker niet duur (f 17,50). Het is op dit moment een van de best verkochte boeken over het Internet in Nederland. Wilt u echt alles weten van het Internet, ga dan eens langs bij de boekhandels Scheltema, Holkema & Vermeulen of het Computercollectief (beide in Amsterdam). U kunt natuurlijk ook de Internet-informatie van het Internet zèlf afhalen...


prev -index- next
011294-rs